In deze apothekerskast uit circa 1900 staat een kleine, min of meer representatieve, selectie uit de Historische Geneesplanten Collectie (HGC) die in de Wachendorffzaal te vinden is. De HGC vormt het leeuwendeel van een verzameling die afkomstig is van het Departement Farmaceutische Wetenschappen. Die verzameling bestaat uit monsters van geneeskrachtige planten en uit plantaardige en dierlijke grondstoffen voor de bereiding van genees-, voedings- en genotsmiddelen. Chemicaliën, laboratoriuminstrumenten, glaswerk, collegeplaten en een kleine hoeveelheid meubilair, completeren deze verzameling.
Mensen die een grote rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van de verzameling zijn de professoren Wefers Bettink (1839-1921) en Schoorl (1872-1942), samen met plantkundige/apotheker dr. Greshoff (1862-1909). Het merendeel van de grondstoffen is afkomstig uit het Nederlandsch-Indië van toen, aangevuld met preparaten uit Suriname en Nederland. Ook werden wel monsters aangeschaft bij farmaceutische bedrijven, zoals bij de voormalige Amsterdamsche Chinine Fabriek, de toenmalige Nederlandsche Cocaïne Fabriek en bij groothandels zoals de Onderlinge Pharmaceutische Groothandel (OPG) en Calvé. In verband met de beperkte ruimte in het David de Wiedgebouw, de nieuwe locatie van het Departement Farmaceutische Wetenschappen, is de verzameling overgegaan naar het Universiteitsmuseum in Utrecht. Van die verzameling zijn de geneeskrachtige planten alsmede de voedings- en genotsmiddelen, de Historische Geneesplanten Collectie, op hun beurt grotendeels overgebracht naar de Botanische Tuinen. Als de Wachendorffzaal niet in gebruik is, kunt u de Historische Geneesplanten Collectie daar bekijken.
De Historische Geneesplanten Collectie (de voormalige farmacognosiecollectie*) in de Botanische Tuinen bestaat uit 18 vitrinekasten waarin zich ruim 3000 objecten bevinden waarvan vele zijn opgesteld in oude, mondgeblazen potten met ingeslepen deksels. De objecten bestaan uit zaden, bladeren, vruchten, hout, oliën of ander plantmateriaal en daaruit verkregen bereidingen en producten. Deze spullen dienden allemaal als vergelijkingsmaterialen voor onderzoek en controle van geneesmiddelen, van levensmiddelen en van andere, plantaardige handelsproducten. Oorspronkelijk betrof de HGC vooral plantenmateriaal, bereidingen van planten (extracten, tincturen) of uit planten geïsoleerde stoffen. De meeste preparaten, monsters en producten in de collectie dateren uit de eerste helft van 20ste eeuw en zijn verzameld in Indonesië (destijds Nederlandsch-Indië genoemd). Het overige deel komt uit Suriname en Nederland.
*Farmacognosie: de kennis van geneesmiddelen van biologische oorsprong (plantenstoffen en inhoudsstoffen van bijvoorbeeld spinnen, kwallen, amfibieën en dergelijke)
Vrijwel alle planten en preparaten in de HGC hebben iets te maken met de farmacie en de geneeskunde, bijvoorbeeld soorten die als zodanig medicinaal werden of nog steeds worden toegepast. Maar ook planten die dienden als grondstof voor de isolatie van (genees)middelen (bijvoorbeeld menthol dat uit pepermuntolie wordt verkregen) zijn aanwezig. In de collectie bevinden zich daarnaast plantaardige producten zoals vette oliën, zetmeel, gommen, harsen of wassen die als farmaceutische hulpstof werden gebruikt voor het maken van zalven, zetpillen, suspensies of emulsies. Ook bevinden zich in de collectie soorten waaruit kleurstoffen werden verkregen zoals indigo. Tevens maken etherische of vluchtige oliën deel uit van de collectie. Deze dienden om de smaak van geneesmiddelen te verbeteren (pepermuntolie) of om zalven een lekkere geur te geven (lavendelolie). Tenslotte werden planten in de collectie opgenomen als vergelijkingsmateriaal om te controleren of men met het juiste geneeskruid had te maken. Tot die laatste categorie behoren ook toxische planten die grote gelijkenis vertonen met een medicinale plant, waardoor controle op verwisseling noodzakelijk was. Tot 2010 dienden de monsters en preparaten uit de collectie als referentiematerialen voor onderzoek en onderwijs van de Sectie Farmacognosie binnen de Vakgroep Medicinal Chemistry (Departement Farmaceutische Wetenschappen). In voorkomende gevallen kan ook tegenwoordig nog altijd een beroep gedaan worden op de collectie ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.
Teksten: Nick Meijdam en Maartje Pustjens (Botanische Tuinen)
Foto’s: Maarten Kip
Technische realisatie: ICT en Media
Met grote dank aan Dr. A.J.J. van den Berg, Farmacognosie (Faculteit Betawetenschappen), voor alle inhoudelijke adviezen.
Deze applicatie is mogelijk gemaakt door een donatie van het K.F. Heinfonds, op instigatie van professor dr. A.H.L.M. Pieters, Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie (Faculteit Betawetenschappen, Departement Farmaceutische Wetenschappen).